Mogen we vertrouwen op de overheid?

Mogen ondernemers en burgers altijd vertrouwen op de overheid? Bij vergunningtrajecten of projectontwikkeling hoort overleg. Maar op de uitkomsten daarvan kun je tot nu niet blindelings vertrouwen.

Mogen ondernemers en burgers altijd vertrouwen op de overheid? Bij bouwplannen, in vergunningtrajecten of bij projectontwikkeling hoort veel overleg. Maar op de uitkomsten daarvan kun je tot nu niet blindelings vertrouwen. Want sprak je een individuele wethouder en deed die een toezegging? Pech gehad, een wethouder is in zijn eentje geen college en dus niet bevoegd. Een ambtenaar dan? Daarvoor geldt ook, dat hij geen bestuursorgaan is en dus niet bevoegd. Vaak was de toezegging (ook) niet concreet genoeg.
De regel is dat je als burger of ondernemer alléén kunt afgaan op uitlatingen van degene of van het orgaan dat helemaal bevoegd is.  Dat moet je dan ook maar precies weten.
De enige uitzondering was tot nu toe de situatie waarin de burger mocht verwachten dat de bestuurder of ambtenaar bevoegd was om het bestuursorgaan te binden, én dat de toezegging letterlijk kon worden genomen. Dat kwam maar zelden voor.

Kortom: jouw beroep op het zogenaamde vertrouwensbeginsel was tot nu weinig zinvol, ook als je als bedrijf of burger toch écht het idee had dat er intern over was overlegd en dat het goed zou komen.

De hoogste bestuursrechter- de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State- heeft daarom onlangs intern (aan de eigen advocaat-generaal Wattèl) zijn mening gevraagd. Zijn mening is, dat de overheid vanuit het burgerperspectief moet gaan denken. En dat verandert de positie van burgers en ondernemers. Want het betekent dat als zij een toezegging of een uitlating mogen opvatten als een toezegging, dat die dan ook geldt. De toezegging moet natuurlijk wel worden gedaan door het bestuursorgaan zelf, of door een persoon van wie de ondernemer of burger redelijkerwijs mocht aannemen dat die de huidige opvattingen van dat bevoegde overheidsorgaan weergaf.

Binnenkort verwerkt de Raad van State deze mening in de uitspraak over een zaak. Daarna wordt het misschien wel de vaste lijn. Het zou betekenen dat het in juridische procedures van bedrijven die zich beroepen op het vertrouwensbeginsel, vooral gaat over de vraag of de overheid(svertegenwoordiger) in hun geval te vertrouwen was.

Deel dit bericht

Over de auteur

Contact

Email: info@harveybloom.com
Telefoon: +31 (0)88 210 2250

Volg ons op